Mocht je je in coronatijd – of erna, zoals ik – verdiept hebben in zuurdesembrood bakken, dan ken je dit. Je ontwikkelt een zuurdesemstarter en je bent zielsgelukkig. Het is je gelukt om van meel en water iets levends te maken! Om hem (of haar, of het) levend te houden, moet hij elke dag eten hebben. Of elke week, als je ‘m in de koelkast bewaard. En hij moet regelmatig ververst worden, om geen enorme hoeveelheden zuurdesem te krijgen. Dus: zit je met een zuurdesem overschot. En wat moet je daarmee?
Weggooien? Ik weet niet hoe het met jou zit, maar dat staat mij behoorlijk tegen. Ik bak met biologisch meel. Ik weet inmiddels een beetje hoeveel tijd en werk het kost om tarwe of spelt laten groeien – want plattelandsleven. En dan ga ik dat wegmikken? Liever niet. En jij waarschijnlijk ook niet als je op deze pagina terechtgekomen bent.
Maar wat dan wel? In het Engels zijn ze in overvloed te vinden: recepten met sourdough discard. Nou heb ik geen bezwaar tegen Engels. Lezen gaat prima. Maar die cups, dat is wat lastiger. Dus wat ik nu doe, is een recept uitzoeken en de maten aanpassen naar de Nederlandse maateenheid. Die test ik en als ik tevreden ben, gaat hij online. Mijn website is ook mijn eigen naslagwerk 😄
>> Meer maken met zuurdesem overschot? Lees ook: Onweerstaanbare knapperigheid: meesterlijk zelf crunchy granola maken
Deze scones met zuurdesem overschot zijn een variant op dit Belgische recept. Amai, Gerline, moest je er dan persé een apart recept mee maken? Nee hoor, maar makkelijk is het wel. Dan hoef ik niet steeds te denken: wat had ik er ook alweer aan veranderd? Ik houd van bakken, maar het moet wel lekker overzichtelijk zijn. Meestal heb ik 1, soms 2 kindjes rondlopen, dus mijn hoofd heeft al genoeg te doen 😉
Goed dan, genoeg gekletst. Tijd om scones te bakken!
Ingrediënten
- 200 gram halfvolkoren speltmeel; ik vond deze laatst bij de (Duitse) Lidl, type 1030
- 1 theelepel bakpoeder
- 1/2 theelepel baking soda
- snuf zout
- 100 gram zuurdesem overschot (of 50 gram water en 50 gram extra meel)
- 100 gram plantaardige drink; ik gebruik haverdrink
- 2 eetlepel zoetstof
- 1 theelepel zoete azijn
- 30 gram harde kokosolie
15 minuten voorbereiden, 15 minuten bakken
1. Oven voorverwarmen
Vroeger zag ik het voordeel van je oven voorverwarmen niet. Met een combimagnetron is dat voordeel er misschien ook niet. Maar met een oven merk ik dat mijn scones meer kleur en knapperigheid krijgen als ik de oven voorverwarm. Dusch: verwarm de oven voor op 200 graden.
2. Droge ingrediënten mengen
Doe de droge ingrediënten in een kom en roer even goed door.
3. Natte ingrediënten toevoegen
Voeg daarna de natte ingrediënten toe en mix dit met een vork. Als dat niet meer lukt, maak dan even je handen nat en meng het kort en snel met tot een deegje.
4. Snippers kokosolie
Voeg de 30 gram kokosolie toe. Ik snij/schaaf de kokosolie in snippers en meng ze dan kort door het deeg heen. Je wilt dat het deeg koud blijft, zodat het zijn vorm in de oven behoudt.
5. Deegbal uitrollen
Rol het deeg uit tot een plak van 3 cm dik. Dit klinkt heel spannend, maar doe het vooral op gevoel. De scones gaan nog rijzen.
6. In 8 puntjes verdelen
Heb je een deegsnijder? Top, die is bij deze stap handig. Met een gewoon mes lukt het ook. Snijd het deeg in 8 puntjes. Ik doe het eerst door de helft, dan in vieren en dan in achten. Leg de puntjes op een bakplaat met bakpapier.
7. In de oven
Bakken maar! Bij mij zijn ze zo rond 12-15 minuten knapperig en gaar.
Eet smakelijk! Vers zijn ze verreweg het lekkerst. Ik bak ze weleens ’s morgens voor het ontbijt, omdat het zo lekker weinig tijd kost. Ben benieuwd wat je van dit recept vindt. Laat vooral een reactie achter of stuur een mooie foto via Instagram. Deel ik die daar!
